HOLTEN – Eind mei of begin juni moet er meer duidelijkheid zijn over de toekomst van industrieterrein Vletgaarsmaten-3 bij Holten.
Dan zal de gemeente Rijssen-Holten de bewoners van het nu nog agrarische gebied informeren wanneer het bestaande industrieterrein Vletgaarsmaten wordt uitgebreid. Dat zegt de gemeente in een brief aan de bewoners.
Twee maanden geleden liet de provincie Overijssel weten dat de uitbreiding niet aan de orde is voordat absoluut zeker is dat Holten extra industrieterrein echt nodig heeft. Volgens de provincie zijn in omringende plaatsen genoeg plannen voor uitbreiding van industrieterreinen en is Vletgaarsmaten-3 vooralsnog overbodig.
De bewoners van het gebied waar Vletgaarsmaten-3 moet komen hebben de gemeente om duidelijkheid gevraagd. Zij willen vooral weten of de plannen doorgaan en op welke termijn het industrieterrein groter wordt.
Momenteel is de grond nog niet in handen van de gemeente, maar Rijssen-Holten heeft wel kunnen bedingen dat de grond als eerste aan haar te koop wordt aangeboden.
De bewoners willen ook graag weten of deze regel nog van kracht is, nu de provincie heeft laten weten dat Vletgaarsmaten-3 waar haar betreft niet nodig is.
In de brief aan de bewoners zegt de gemeente dat momenteel wordt onderzocht of er behoefte is aan uitbreiding van Vletgaarsmaten. Pas na dit onderzoek is bekend of Rijssen-Holten de eerste gegadigde voor de grond blijft.
Volgens Hendri Wessels van de gemeente Rijssen-Holten is het zeker dat Vletgaarsmaten-3 er komt. "Het gaat er nu vooral om op welke termijn. De brief van de provincie noopte ons om de kwestie opnieuw te bekijken."
Overigens vervalt volgens Wessels de verkoopregeling sowieso over enkele jaar als er dan geen nieuw bestemmingsplan voor het gebied is gemaakt.
De brief van de provincie was gericht aan actiecomité ‘Houdt het Hoolterbroek groen’. Dit comité wil geen Vletgaarsmaten-3 omdat dan een belangrijk weidevogelgebied verdwijnt.
Ook meent het comité dat de oppervlakte aan industrieterrein na realisatie van Vletgaarsmaten-3 groter zal zijn dan de bebouwde kom van het dorp.
(bron Stentor)