Holten-Espelo. Zondagmorgen worden de voorbereidingen getroffen. De eerste rijen maïs vallen al ten offer aan de eenrij-ige maïskneuzers. Gerrit Volkerink schudt zijn hoofd. Er blijft te veel maïs staan en hij gaat de rij langs met zijn hakbijl om te zorgen dat er niets op het land achterblijft. Jan ten Dam komt op zijn zündapp aanrijden om te kijken of zijn machine uit het begin van de jaren zeventig al in bedrijf is. Een meststrooier uit 1971 met een opbouw voor maïs uit 1973. “Wij hebben hem uit de schuur gehaald en het was starten en lopen.” grinnikt Jan.
Tegen enen begint het echte werk. Met meerdere machines wordt de maïs geoogst en aan een hoop gereden. Gerrit Volkerink heeft het bijltje er bij neer gegooid. “Tegen zoveel machinaalgeweld valt niet te werken.” hoor je hem denken. Dineke ten Dam vond de maïsoogsten uit de jaren zeventig maar niets. “Wekenlang zag je de mannen niet. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat werkten ze op het maïsland en het thuisfront moest zorgen dat de werkzaamheden op de boerderij normaal doorgingen.”
Inderdaad, wanneer je die eerste maïslaadbakken ziet,merk je hoe kleinschalig het verbouwen van maïs in de jaren zeventig is geweest. Landelijk werd er 6400 hectare verbouwd, tegenwoordig is dat gegroeid naar 250.000 hectare. Deze middag wordt er gewerkt met één- en tweerij-ige maïskneuzers. Nu ziet men veel zes en achtrij-ige machines, maar ook twaalfrij-ige machines zijn in deze omgeving al waargenomen. De nostalgische verhalen rijgen zich aan één. Buren, die gezamenlijk een maïskneuzer kochten en samen de oogst binnen haalden. Weer anderen, die 4 dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig waren om 20 hectare maïs te oogsten.
Ap Nijland is druk doende alles in goede banen te leiden. Samen met Erik Lensink is hij de drijvende kracht achter deze eerste oldtimerhakseldag. Zij zijn hun hele leven al druk doende in het loonbedrijf. In Duitsland zagen zij hoeveel belangstelling er was voor deze machines. Ap Nijland had het snel bekeken, “Wat in Duitsland kan, dat kan bij ons in Espelo ook.” Zo werden de eerste afspraken al in april gemaakt met Henk Volkerink, de eigenaar van de maïs. “De maïs is bijna goed, maar ach wij hoeven er niet van te melken. Het is toch prachtig dat we dit met zijn allen voor elkaar kunnen krijgen.” Inderdaad prachtig, de toeschouwers blijven komen, het weer werkt mee en het blijft nog lang gezellig op de maïsakker in Espelo.